Jop Vissers Vorstenbosch

Noord kade CHV Veghel

voor informatie scroll naar beneden 

In april 2015 keert Jop Vissers Vorstenbosch terug naar zijn geboortedorp in Veghel om een expositie op poten te zetten op het CHV terrein: I can’t paint in airconditioned rooms. Zoals de Blues Brothers geen blues kunnen spelen in een kamer met airconditioning. Jop is een rasechte schilder, maar een schilder met een rauwe behoefte om industriële architectuur te verwerken in zijn kunstwerken. In samenwerking met Kunstgroep de Compagnie en Fabriek Magnifique (voorheen Slokdarm festival) gaat Jop het deze keer groots aanpakken: om het conventionele kijkgedrag te doorbreken, presenteert Jop zijn schilderijen op een opdringerige manier. Hij bouwt een specifieke architectonische constructie in de Malerij en de Wiebenga silo’s van de CHV, die de kijker actief betrekt bij het werk.

 

Jop-Vissers-Vorstenbosch-I-cant-sing-the-blues-in-an-airconditioned-room-125x300cm-Olieverf-lak-en-spuitbus-op-doek

Jop i can,t sing

Jop-Vissers-Vorstenbosch-Zwerfaval-station-Brussel-Noord-100x235cm-Olieverf-lak-en-spuitbus-op-doek- Jop-Vissers-Vorstenbosch-Zwerfaval-station-Brussel-Noord-100x235cm-Olieverf-lak-en-spuitbus-op-doek

veghel silo

In april 2015 keert Jop Vissers Vorstenbosch terug naar zijn geboortedorp in Veghel om een expositie op poten te zetten op het CHV terrein: I can’t paint in airconditioned rooms. Zoals de Blues Brothers geen blues kunnen spelen in een kamer met airconditioning. Jop is een rasechte schilder, maar een schilder met een rauwe behoefte om industriële architectuur te verwerken in zijn kunstwerken. In samenwerking met Kunstgroep de Compagnie en Fabriek Magnifique (voorheen Slokdarm festival) gaat Jop het deze keer groots aanpakken: om het conventionele kijkgedrag te doorbreken, presenteert Jop zijn schilderijen op een opdringerige manier. Hij bouwt een specifieke architectonische constructie in de Malerij en de Wiebenga silo’s van de CHV, die de kijker actief betrekt bij het werk.

Jop-Vissers-Vorstenbosch-Long-distance-shoppingcart-returns-270x160cm-Olieverf-lak-en-spuitbus-op-doek-veghel aFOTO MARCUS PETERS

Jop-Vissers-Vorstenbosch-overzicht-

LINKS :

 Recentie BD 30-4-15

Artikel BD 25-4-15

Hout Wereld OSB Noordkade

028852ba-9397-4b44-8d72-cadd8fa06f9e_400x400

CHV Noordkade

The factory hall of the CHV is so enormous, presenting paintings here needed something of a large presence, connecting the paintings with their environment. For this exhibition 6000 boards were painted and with these, floor and walls were placed throughout the halls and silos. This project was supported by the Mondriaan Fonds.

I build architectural constructions from wood, that are visually dominant, as a framework for paintings. The painting, placed in the center of the construction, remains unchanged though the construction surrounding it provides it with a different context than a conventional white wall. I oppose the laws of painting with elements taken from outside of the tradition of the medium. Usually the white wall behind a painting facilitates the viewers’ focus on the wall. My constructions however are like the white noise static of an old television. The optical interference facilitates an similar concentration, but in reverse: the painting in the center becomes the refuge for the eye. If the eye wanders beyond the boundaries of the painting frame, it meets the framework and loses its focus.

NL

Mijn schilderijen moeten zich actief verhouden tot de ruimte waarin ze getoond worden. Voor de serie werken ‘I can’t sing the blues in an air conditioned room’ (fig) bouw ik dominante architectonische constructies van hout als omlijsting voor de schilderijen. Met het schilderij, middenin de constructie gemonteerd, is niets geks gedaan: het blijft een schilderij in de conditie waarin iedereen het als zodanig zal herkennen, maar de context is anders. Tegenover de wetmatigheden van een schilderij plaats ik een element wat zich buiten de traditie van het medium bevindt. Normaal gesproken faciliteert een witte wand de concentratie op een schilderij, mijn wand daarentegen ruist als een oude TV. De optisch interfererende wand creëert eenzelfde concentratie, maar nu juist andersom: het schilderij in het midden vormt een rustpunt voor het oog. Dwaal je af, buiten de grenzen van het schilderij, dan blijkt de omlijsting lastig om op te focussen. Deze constructies gebruik ik op plekken die niet bedoeld zijn voor de presentatie van beeldende kunst. Een monumentale fabriekshal wordt zodoende mijn tentoonstellingszaal en hierin functioneert mijn omlijstende wand of vloer als verbindend architectonisch element (fig). In galeries en musea vervang ik de witte wanden (fig) en maak ik me de ruimte eigen met een nieuwe context waarin het werk bekeken dient te worden.

Het onderwerp draagt op tot een specifieke manier van presenteren. Schilderen en presenteren zijn in mijn denken niet gescheiden van elkaar. Een schilderij vereist een bepaalde manier van kijken, langer en dieper, Voor het medium is concentratie nodig. Die concentratie moet afgedwongen worden, want de vluchtigheid en alomtegenwoordigheid van beeld heeft ons kijkgedrag veranderd. In een overdaad aan schreeuwerige neonreclame op straat valt een reclameposter op, doordat de poster een andere communicatievorm hanteert die meer tot de verbeelding spreekt. Ik betrap mezelf erop dat ik in een museum rondloop als een verveelde, onderuitgezakte televisiekijker die aan het zappen is van kunstwerk tot kunstwerk. Ik kies daarom voor radicale manieren van presenteren die de aandacht van de kijker opeisen, op de manier van de sprekende reclameposter.

DSC_00852

IMG_0362

chv-planken

FOTO MARCUS PETERS DSCF6103

In april 2015 keert Jop Vissers Vorstenbosch terug naar zijn geboortedorp in Veghel om een expositie op poten te zetten op het CHV terrein: I can’t paint in airconditioned rooms. Zoals de Blues Brothers geen blues kunnen spelen in een kamer met airconditioning. Jop is een rasechte schilder, maar een schilder met een rauwe behoefte om industriële architectuur te verwerken in zijn kunstwerken. In samenwerking met Kunstgroep de Compagnie en Fabriek Magnifique (voorheen Slokdarm festival) gaat Jop het deze keer groots aanpakken: om het conventionele kijkgedrag te doorbreken, presenteert Jop zijn schilderijen op een opdringerige manier. Hij bouwt een specifieke architectonische constructie in de Malerij en de Wiebenga silo’s van de CHV, die de kijker actief betrekt bij het werk.

Jop-Vissers-Vorstenbosch-Long-distance-shoppingcart-returns-270x160cm-Olieverf-lak-en-spuitbus-op-doek

In april 2015 keert Jop Vissers Vorstenbosch terug naar zijn geboortedorp in Veghel om een expositie op poten te zetten op het CHV terrein: I can’t paint in airconditioned rooms. Zoals de Blues Brothers geen blues kunnen spelen in een kamer met airconditioning. Jop is een rasechte schilder, maar een schilder met een rauwe behoefte om industriële architectuur te verwerken in zijn kunstwerken. In samenwerking met Kunstgroep de Compagnie en Fabriek Magnifique (voorheen Slokdarm festival) gaat Jop het deze keer groots aanpakken: om het conventionele kijkgedrag te doorbreken, presenteert Jop zijn schilderijen op een opdringerige manier. Hij bouwt een specifieke architectonische constructie in de Malerij en de Wiebenga silo’s van de CHV, die de kijker actief betrekt bij het werk.

Jop-Vissers-Vorstenbosch-Zwerfafval-Utrecht-Overvecht-100x235cm-Olieverf-lak-en-spuitbus-op-doek

zerfafval

Jop-Vissers-Vorstenbosch-Zwerverskleed-125x300cm-Olieverf-lak-en-spuitbus-op-doek

Jop-Vissers-Vorstenbosch-Situatie-gewijzigd-in-wegdek-173x186cm-Olieverf-en-spuitbus-op-doek-in-hout-600x375

Silo

Veghel muur

 

 

IMG_0185

 

17039205958_cb595f58da_o

veghel muur TL,s

veghel silo,s doorgangDSC_3483veghel silo 2,1

 

 

 Opening

 

_MG_1168FOTO MARCUS PETERS

FOTO MARCUS PETERS

veghel opening

veghel opbouw

FOTO MARCUS PETERS DSCF6193

 

 

FOTO MARCUS PETERS DSCF6103

Jop-Vissers-Vorstenbosch-overzicht-

OPBOUW

 

 

 

IMG_0126

IMG_0124  IMG_0180DSC_0895

De fabriekshal van CHV Noordkade in Veghel heb ik uitgekozen om zijn specifieke architectonische elementen. Het is een grote ruimte waar nog allerlei sluizen en ketels in staan, waar je van grote hoogte naar beneden kan kijken en waar toegang is tot een reeks betonnen silo’s.

De monumentale tentoonstellingsruimte zoals we hem kennen, wit en ruim, is dienend aan de unieke schepping van de kunstenaar en toont een product van ‘het genie’. De toeschouwer moet naar deze ruimte toe komen en moet zich aanpassen aan een kunstcontext. De toeschouwer gaat zich gedragen naar bepaalde verwachtingen die bij zo’n context horen. Een passieve, contemplatieve houding.

De fabriekhal in Veghel is een openbare ruimte. Ik heb de ruimte uitgezocht als setting voor het werk. In het publieke domein verwacht je niet zo snel werken als die van mij tegen te komen. Ik zoek naar een integratie tussen de ruimte, de context van de ruimte, mijn werk en de toeschouwer. Op een plek die van zichzelf al een hele inhoudelijke sfeer met zich meebrengt, zoals de voormalige mengvoerfabriek CHV, gaat de inhoud van een schilderij direct een associatieve relatie aan met de tentoonstellingsruimte.

Ik vind dat je je als kunstenaar moet verhouden tot de ruimte. Deze ruimte is niet dienend, maar heeft zelf een grote aanwezigheid. De ruimte is eigenlijk veel monumentaler dan mijn werk en deze monumentaliteit zet ik in. Het gebeurt wel vaker dat er een tentoonstelling georganiseerd wordt in een oude fabriek, maar toch worden er altijd grote neutrale vlakken opgetrokken om het werk in rust te presenteren. Dit scheidt het werk van de ruimte, mijn architecturale installaties werken als verbindstuk. De oude pijpen en ketels vormen voor mij geen probleem of stoorzender; ze bieden juist een extra aanknopingspunt waar ik op in kan haken. Mijn aangebrachte architectuur zet een zelfde beeldtaal in. De hierin geplaatse schilderijen worden de optische rustpunten voor je ogen

De presentatiemethode is dood

De presentatiemethode is dood Mooie revolutionaire ideeën presenteren zichzelf op de bekende stoffige wijze. Ik ben het schilderij op de spijker zat. Ik ben op zoek naar een specifiekere relatie tussen kijker, ruimte en kunstwerk. Het kijken naar een schilderij aan een witte muur is van te voren al aangeleerd en geconditioneerd. Het welbekende format, vraagt nauwelijks de betrekking van de kijker. De schilderkunst is niet dood, zijn presentatiemethode wel. Samen met Jonas Wijtenburg maakte ik in november 2014 de tentoonstelling ‘Bending of the neck’. Het is een beslissend moment waarop de toeschouwer zijn nek moet buigen om een plafond fresco te bekijken. Simpelweg alleen kijken zit er niet in. Om het werk te kunnen ervaren moet je omhoogkijken, door deze voorwaarde wordt je uit je kijk routine gehaald en betrekt het werk je op een actieve manier. In mijn nieuwe werk zoek ik de wisselwerking tussen architectonische installatie en schildergebaar op. Je nek hoef je niet echt te buigen, maar actief betrokken word je als toeschouwer zeker. Om de schilderijen goed te kunnen bekijken, moet je op de beschilderde constructie lopen. Het ritme van deze houten constructie beweegt optisch waardoor je oog er geen rust kan vinden. De enige plek in het beeld waar je visueel rust kan vinden is op de doeken, omgekeerd van wat men gewend is met de witte muur als rustvlak. In je ooghoek blijft de optische beweging actief als een onscherpe beweging. Het kijken naar de schilderijen stelt net als het plafondfresco een voorwaarde.

Architectonische tentoonstellingsmogelijkheden

Architectonische tentoonstellingsmogelijkheden Het afgelopen jaar onderzocht ik met mijn architectonische installaties de grenzen van de tentoonstellingsmogelijkheden. In de stedelijke omgeving zie ik flexibiliteit en het gebruikmaken van kansen; geen mogelijkheid blijft onbenut. Hier tegenover staat een stugge, algemene invulling van de tentoonstellingsruimtes. Als een vast omkaderd gegeven is het een geïsoleerd eiland in de stedelijke dynamiek. Kunst moet zich meer bewegen naar de publiekelijke ruimte. Deze vind ik interessanter; dit is de plek waar men kunst niet verwacht, maar massaal gezien kan worden.